11 augustus 2002 - 18:00 uur
Door: HK
PSV is er niet in geslaagd om de Johan Cruijf-schaal mee naar Eindhoven te nemen. PSV verloor met 3-1 van Ajax en had dit voornamelijk aan zichzelf te danken.
PSV kwam verrassend sterk uit de startblokken. Voorafgaand aan het duel had Erwin Koeman namens PSV aangegeven dat de Eindhovenaren wat behoudender zouden spelen. Daar kwam in de praktijk weinig van terecht. PSV nam het initiatief en Ajax had daar geen passend antwoord op. De 0-1 van Kezman na 10 minuten, op aangeven van Dennis Rommedahl, was even logisch als verdiend. PSV verzuimde daarna de marge uit te bouwen, hoewel het daar zeker nog een paar kansjes en mogelijkheden voor kreeg. 5 minuten voor rust werd de rekening daarvoor aan de Eindhovenaren gespresenteerd. Van der Vaart scoorde de gelijkmaker na geklungel in de Eindhovense defensie. Het was feitelijk de tweede keer dat de Amsterdammers echt gevaarlijk voor Waterreus verschenen.
In de tweede helft zakte het niveau van PSV, net als in de oefenwedstrijd tegen Herta BSC, naar een bedenkelijk niveau. Met name aanvoerder Mark van Bommel speelde ver beneden zijn kunnen. Na de 2-1 van Mido was PSV even de draad kwijt. Ajax kreeg voor het eerst in de wedstrijd echt grip op de Eindhovenaren en leek het duel eenvoudig in winst om te kunnen zetten. Met het inbrengen van Vennegoor en Robben, voor Gakhokidze en Vogel, probeerde Hiddink de wedstrijd te doen kantelen. En inderdaad kreeg PSV weer even greep op het duel. PSV kreeg een paar aardige kansen, maar met name Kezman had het vizier niet (meer) op scherp staan. Het was uiteindelijk Van der Vaart die met zijn tweede treffer aan alle Eindhovense illusies een einde maakte.
