Supportersvereniging PSV
Een echte fan is lid!
English
Home > Nieuws > Oude glorie: De linksbuiten (deel 2)

Oude glorie: De linksbuiten (deel 2)

21 okt 2020 - Door: MD

DE LINKSBUITEN (DEEL 2)

Vaak zijn, in de voetballerij, de linksbuitenspelers bijzonder spectaculaire spelers. Zo heeft PSV ook diverse smaakmakers op deze positie gehad.


DaMarcus Beasley


In 1982 werd Beasley geboren in de stad Fort Wayne (Verenigde Staten), waar hij in zijn jeugd voetbalde bij IMG Soccer Academy en zichzelf zo ontwikkelde tot een behendige linkerflank-speler.

In de periode 2000 tot 2004 speelde Beasley in de Amerikaanse Major league Soccer voor Chicago Fire FC. Ingaande het seizoen 2004-2005 maakte hij de overstap naar PSV, waar hij voetbalde onder trainer Guus Hiddink. Met PSV wordt Beasley twee keer landskampioen (2004-2005 en 2005-2006). In het seizoen 2004-2005 won hij óók de KNVB-Beker, en zo dus ‘de dubbel'.

Tijdens de halve finale van de KNVB-Beker speelde PSV uit bij Feyenoord. Na een tegengoal van Salomon Kalou in de 4e minuut, was het Beasley die in de 89e minuut de gelijkmaker scoorde. Tijdens de verlenging werd er niet meer gescoord en bleef het dus gelijk. De strafschoppenserie werd door PSV met 4-2 gewonnen. De finale werd Willem II met 4-0 verslagen door PSV.

Beasley speelt 75 officiële wedstrijden voor PSV, waarin hij 15 keer scoorde. In het seizoen 2006-2007 werd hij, mét optie tot koop, verhuurd aan Manchester City, waar hij de opvolger van Andy Cole moest worden. Bij PSV werden daardoor Diego Tardelli en Patrick Kluivert aangetrokken, waardoor het vooruitzicht op speeltijd voor Beasley bij PSV minimaal werd. Onder trainer Hiddink was Beasley vooral invaller en de nieuwe trainer Ronald Koeman gaf aan dat er wederom weinig speeltijd zou zijn. Bij Manchester City voetbalde Beasley onder trainer Stuart Pearce en werd hij 14e in de Premier League. Toen de verhuurperiode voorbij was wilde Manchester City de optie tot koop niet lichten. Vervolgens is er tijdens het seizoen 2007-2008 een overstap naar de Glasgow Rangers. De Schotten betalen ongeveer £700.000 voor Beasley. Bij Glasgow Rangers verbleef hij drie seizoenen en voetbalde hij onder trainers Ian Durrant en Walter Smith. In de seizoenen 2008-2009 en 2009-2010 won Beasley tweemaal de Scottish Premier League. Het seizoen 2010-2011 vertrok hij voor één seizoen naar de Duitse Bundesliga en ging hij onder trainer Mirko Slomka spelen bij Hannover 96. In Duitsland voetbalde Beasley maar vier wedstrijden, maar pakte het team wel de 4e plaats op de ranglijst. Na zijn Europees avontuur volgen er drie seizoenen bij Puebla FC in de Primera Division van Mexico. Van 2014 tot 2019 voetbalde Beasley nog voor Houston Dynamo in de Amerikaanse Major League Soccer.

Tijdens zijn laatste voetbaljaren werd Beasley omgeschoold tot vleugelverdediger. Bij Houston Dynamo beleefde hij daardoor een soort tweede jeugd. Beasley grapt dan in de media over zichzelf: “Deze oude man was vroeger een aanvaller, ik maakte zelfs doelpunten!”. In oktober 2019 speelde Beasley zijn laatste wedstrijd en beëindigd hij zijn voetbalcarrière. 

Na zijn carrière benoemde Beasley zijn goals in het historische seizoen van PSV 2004-2005, in de Champions League tegen Rosenborg BK en AS Monaco, en het spelen van de Manchester Derby als zijn hoogtepunt in zijn carrière. 

Beasley als International

In de periode 2001 tot 2017 kwam Beasley in 126 interlands uit voor het Amerikaans voetbalelftal, waar hij 17 keer scoorde. Beasley deed met Amerika vier keer mee aan een WK eindtoernooi. “Een gast die vier WK's heeft gespeeld en zoveel interlands, die hoort bij de spelers met de grootste carrières uit de historie van het Amerikaanse voetbal”, oordeelde Davy Arnaud, de interim-coach van Houston Dynamo die samenspeelde met Beasley in de nationale ploeg, tegenover The Guardian. “Hij is atletisch, snel en fantastisch met zijn voeten, daarbij komt dat hij het spel zo goed begrijpt, dat is wat hem naar het hoogste niveau heeft gebracht”.

In de Verenigde Staten steeg de waardering voor Beasley toen hij stopte als profvoetballer. De dan 37 jarige Amerikaan werd geprezen om zijn multifunctionaliteit en bescheidenheid.

Balázs Dzsudzsák

In 1986 werd Dzsudzsák geboren in de stad Debrecen (Hongarije), waar hij in zijn jeugd voetbalde bij Nyiradony Focisuli en Debreceni Focisuli. Vervolgens was er een overstap naar de jeugd van Debreceni VSC. Het is dan Letavertes SC '97, uitkomende op het regionale derde niveau, die hem in het begin van het seizoen 2004-2005 huurde. In de winterstop was de terugkeer van Dzsudzsak naar Debreceni VSC. Het restant van dat seizoen (2004-2005) en de helft van het seizoen 2007-2008 voetbalde Dzsudzsák voor Debreceni VSC.

In de seizoenen 2004-2005, 2005-2006 en 2006-2007 won Dzsudzsák de Hongaarse landstitel. De Hongaarse Szuperkupae won hij in 2005, 2006 en 2007. 

PSV

PSV haalde met Dzsudzsák een Hongaars International. Hij tekende een contract voor vijf seizoenen bij PSV, terwijl meerdere Europese clubs óók belangstelling in hem hadden. In de zomer van 2008 verruilde de aanvaller Debreceni VSC definitief voor PSV. Op de website van PSV sprak de toenmalig manager van PSV, Stan Valckx, zich uit: “We zijn zeer tevreden dat we deze speler hebben kunnen vastleggen, hij is een talentvolle speler en een goede aankoop voor de toekomst'. Bij Debreceni VSC was Dzsudzsák inmiddels uitgegroeid tot een vaste waarde.

PSV had Dzsudzsák in oktober 2007 vastgelegd voor het seizoen 2008-2009. Doordat Kenneth Perez in de winterstop van het seizoen 2007-2008 PSV verliet voor een terugkeer naar Ajax, besloot PSV om Dzsudzsák in de winterstop al te laten overkomen, zodat hij in januari 2008 bij PSV kon starten.

Bij PSV voetbalde Dzsudzsák onder de trainers, Sef Vergoossen, Huub Stevens, Dwight Lodeweges en Fred Rutten. Met PSV veroverde Dzsudzsák in het seizoen 2007-2008 de landstitel en in 2008 de Johan Cruijff Schaal. Via technisch manager Marcel Brands bracht PSV naar buiten dat Dzsudzsák verkocht werd aan de Russische club Anzhi Makhackala. Ondanks dat Dzsudzsák nog een contract had tot 2015 verkocht PSV de Hongaar voor zo'n 14 miljoen euro. In zijn laatste seizoen bij PSV was de linkervleugelspits goed voor 16 doelpunten en 14 assists, waarmee hij de meest waardevolle speler van de Eredivisie was. “We verliezen met Balázs een heel goede speler met een hoog rendement”, aldus technisch manager Marcel Brands. Het kapitaalkrachtige Anzhi Makhackala, de dan nummer twee van de Russische competitie, kwam met Dzsudzsák overeen met een contract van vier jaar. 'Hij heeft zich onder trainer Rutten sterk ontwikkeld en internationaal in de kijker gespeeld”, aldus Brands. “Het moment van een transfer zat er aan te komen, al is deze club misschien een onverwachte keuze.”. Dzsudzsák maakte in drieënhalf seizoen bij PSV totaal 44 competitiedoelpunten. Één van zijn hoogtepunten bij PSV was de wedstrijd PSV-Ajax (4-3) in speelronde 3 seizoen 2009-2010, waarin hij een fantastische wedstrijd speelde en tweemaal schitterend scoorde uit een vrije trap.

In december 2010 kreeg Dzsudzsák twee prijzen in zijn geboorteland, beide voor beste Hongaarse voetballer van 2010. Eén van de twee prijzen kreeg hij van de Hongaarse voetbalbond en daarnaast verkozen ook de Hongaarse voetbaljournalisten hem als beste speler.

Anzji Machatsjkala 

Ingaande het seizoen 2011-2012 kwam de transfer naar de Premjer Liga in Rusland, bij Anzji Machatsjkala bij trainer Gadzhi Gadzhiev. Na een half seizoen kwam voor ongeveer 19 miljoen euro (15 miljoen plus een oplopende bonus tot 4 miljoen euro) een transfer naar Dinamo Moskou. Dzsudzsák wist bij de steenrijke Russische club Anzji Machatsjkala niet te voldoen aan de torenhoge verwachtingen. Mede oorzaak hiervan was een breuk in zijn sleutelbeen, waardoor hij maar tot 8 competitiewedstrijden kwam.

Dinamo Moskou 

In januari 2012 speelde Dzsudzsák voor Dinamo Moskou ook in de Premjer Liga en trof hij de trainers Sergey Silkin, Dmitriy Khoklov (oud speler PSV), Dan Petrescu en Stanislav Cherchesov. Bij Dinamo Moskou voetbalde Dzsudzsák zich in de basis en werd hij een vaste kracht. Bij deze club behaalde hij in de Russische competitie een 3e, 8e, 4e en een 4e plaats. In 2012 bereikte Dzsudzsák de Russische beker finale met Dynamo Moskou, waarin met 1-0 werd verloren van Roebin Kazan. In 2015 kwam Dzsudzsák tot de achtste finale van het Europa League toernooi.

Bursaspor

Ingaande het seizoen 2015-2016 speelde Dzsudzsák één seizoen in de Turkse Super Liga bij Bursaspor onder trainer Hamza Hamzaoglu omdat hij op dood spoor zat bij Dinamo Moskou. Het Duitse Hertha BSC, met zijn landgenoot Pal Darbai als trainer, bood een oplossing. Maar Dzsudzsák zag meer heil in Bursaspor als volgend station in zijn carrière. In de competitie met Bursaspor kwam hij in 23 wedstrijden tot drie doelpunten en eindigt Bursaspor op een 11e plaats.

Verenigde Arabische Emiraten 

Na één seizoen in de Turkse Super Liga vertrok Dzsudzsák naar de Verenigde Arabische Emiraten, waar hij uitkwam voor Al-Wahda. In de periode 2016-2018 bij Al-Wahda won Dzsudzsak in  de VAE President's Cup en de VAE Super Cup. In de periode van 2018-2020 speelde hij nog voor Al-Ittihad Kalba. Sinds februari 2020 komt hij uit voor Al Ain.

Dzsudzsák als international

In 2007 maakte Dzsudzsák zijn debuut in de Hongaarse nationale ploeg. Zijn 100e interland speelde hij op 24 maart 2019. Tijdens et EK van 2016 behoorde Dzsudzsák tot de selectie van Hongarije, het is dan voor het eerst sinds 1972 dat Hongarije zich weer plaatst voor een EK. 

Op dit toernooi speelde Dzsudzsák vier wedstrijden en scoorde hij tweemaal. Hongarije bereikte de achtste finale, waarin het met 4-0 verloor van België.

Dries Mertens

In 1987 werd Dries Mertens geboren in de stad Leuven (België), waar hij in zijn jeugd voetbalde bij Stade Leuven, RSC Anderlecht en KAA Gent. Bij KAA Gent voetbalde Mertens later ook in het tweede elftal. Net als bij RSC Anderlecht twijfelde ze ook bij KAA Gent aan Mertens, betreffende zijn kleine gestalte en zijn fysieke kracht. In het seizoen 2005-2006 werd Mertens na de winterstop voor een halfjaar verhuurd aan Eendracht Aalst. Hij trof daar trainer Etienne De Wispelaere (zijn trainer van de Gentse beloften) die in de tweede seizoenshelft trainer werd van Eendracht Aalst. Op voorspraak van De Wispelaere kwam Mertens voor een halfjaar op huurbasis. Bij Eendracht Aalst kwam hij voor het eerst uit in een eerste elftal van een club. Hier werd Mertens lichamelijk sterker en kwam in de Derde klasse bij Eendracht Aalst tot 14 wedstrijden waar in hij vier keer scoorde. Mertens werd verkozen tot beste speler van dat seizoen bij Eendracht Aalst.

AGOVV

Na zijn verhuur aan Eendracht Aalst keerde hij terug bij KAA Gent, waar ze nog steeds niet overtuigd waren van Mertens en trainer Georges Leekens het niet zag zitten met hem. Het is zijn makelaar Gunther Jacob die in Nederland uitkomt bij het Apeldoornse AGOVV. Technisch Manager Ted van Leeuwen overtuigde Mertens toentertijd om bij AGOVV te komen voetballen, waardoor Mertens door KAA Gent werd verhuurd aan AGOVV. Bij AGOVV groeide Mertens in zijn eerste seizoen uit tot smaakmaker en publiekslieveling. Na zijn verhuurperiode nam AGOVV Mertens definitief over voor slechts €46.000,- en voetbalde hij onder trainer John van den Brom. Dries verbleef uiteindelijk drie seizoenen bij AGOVV; van 2006-2007 tot einde 2008-2009. Hij scoorde in 108 wedstrijden in de Eerste Divisie 30 doelpunten. Mertens won bij AGOVV de prijs de 'Gouden Stier' (Beste talent van de Eerste Divisie). Na drie seizoenen in Apeldoorn kondigde Mertens aan dat hij mede door voldoende interesse wil vertrekken en de volgende stap wilde zetten naar de Nederlandse Eredivisie.

FC Utrecht 

Ingaande het seizoen 2009-2010 ging Mertens voor €600.000,- naar FC Utrecht, daar waar AZ ook vergaande interesse had. Hij tekende een contract tot medio 2014, met een optie op nog twee seizoenen. Bij FC Utrecht behaalde hij in de Eredivisie een 7e en 9e plaats onder de trainer Ton du Chatinier en Jan Wouters (assistent-trainer en interim-trainer). Bij FC Utrecht scoorde Mertens in twee seizoenen Eredivisie 16 doelpunten. Het seizoen 2009-2010 waren er twee prijzen voor Mertens; de David di Tommaso-troffee (de prijs van de beste speler van het seizoen bij FC Utrecht in de ogen van de supporters) en bij de verkiezing Nederlands voetballer van het jaar ontving Mertens de Zilveren Schoen. 

Na twee seizoenen in Utrecht kwam er interesse van Ajax en van zijn oude club uit de jeugd: RSC Anderlecht. Beide clubs waren echter niet bereid om de door FC Utrecht hoge gevraagde transfersom te betalen. 

PSV

Ingaande het seizoen 2011-2012 kwam er voor Mertens dan een transfer naar PSV. Voor ongeveer €13 miljoen nam PSV zowel Mertens als zijn ploeggenoot Kevin Strootman over van FC Utrecht. Technisch Manager Marcel Brands maakte bekend dat na de raadsvergadering van de gemeente Eindhoven, waarin groen licht werd gegeven voor het reddingsplan van de club, beide spelers naar PSV kwamen. PSV en FC Utrecht waren al enige tijd in onderhandeling over een duo-transfer, nadat vraag en aanbod aanvankelijk te ver uit elkaar lag kwam er uiteindelijk een akkoord over de afkoopsom. Zowel Mertens als Strootman waren toen al beide international en tekenen allebei een contract voor 5 seizoenen bij PSV. Bij PSV trof Mertens Fred Rutten, Phillip Cocu en Dick Advocaat als trainer. Mertens moest bij PSV de vervanger worden van de naar Rusland vertrokken Balázs Dzsudzsák. In de eerste vijf competitiewedstrijden bij PSV scoorde Mertens al zeven doelpunten en met 11 doelpunten in zijn eerste zeven competitiewedstrijden had Mertens zijn totaal bij FC Utrecht van het vorige seizoen al overtroffen. In de Eredivisiewedstrijd in september 2011, tegen Roda JC, won PSV met 7-1 en scoorde Mertens maar liefst vier doelpunten. Bij PSV ontwikkelde Mertens zich razendsnel en in zijn eerste seizoen kwam hij in 33 wedstrijden tot 21 doelpunten. Met PSV behaalde hij in twee seizoenen een 3e en 2e plaats, wel veroverde Mertens met PSV de KNVB Beker in het seizoen 2011-2012 en Johan Cruijff Schaal in 2012. Bij PSV scoorde Mertens in twee Eredivisieseizoenen 37 doelpunten. In 88 officiële wedstrijden voor PSV kwam Mertens tot 45 doelpunten en 43 assists en groeide hij bij PSV uit tot een zeer productieve speler met razendsnelle ontwikkeling naar hoger niveau. Mertens is een zeer complete speler die niet alleen voor zichzelf voetbalt maar ook voor zijn medespelers.  

Tijdens de KNVB-Beker finale in 2012 (PSV - SC Heracles 3-0) scoorde hij de 2-0, waarbij hij in een duel met keeper Remko Pasveer (later keeper bij PSV) twee voortanden verloor. Opmerkelijk is dat Pasveer een maand later onder zijn hechtingen één tand van Mertens terug vond.

SSC Napoli

Na twee seizoenen bij PSV vertrok Mertens bij PSV naar het Italiaanse SSC Napoli. Met de overname was een bedrag van ruim €9 miljoen gemoeid. De transfersom zou in twee termijnen worden betaald en kon door prestatiebonussen nog oplopen tot €10 miljoen. Na een bankgarantie werd de transfer afgerond. PSV nam volgens technisch directeur Marcel Brands met gemengde gevoelens afscheid van de linkerflank speler. “We verliezen een uitstekende speler met een hoog rendement, maar daar staat een mooi bedrag tegenover. We gunnen hem deze stap naar een prachtige topclub in Italië”. Bij PSV diende Memphis Depay zich al aan als vervanger van Mertens op de linkerflank. Bij SSC Napoli voetbalde Mertens onder de trainers Rafael Benitez, Maurizio Sarri, Carlo Ancelotti en Gennaro Gattuso.

Bij Napoi werd Mertens direct een vaste waarde en voetbalde hij vanaf het seizoen 2013-2014 ieder seizoen meer dan 30 competitiewedstrijden, zowel als invaller als basisspeler. In de Serie A behaalde hij een 3e, 5e, 2e, 3e, 2e, 2e en een 7e plaats tot het seizoen 2019-2020. In 7 seizoenen in de Serie A scoorde Mertens 93 doelpunten. In de seizoenen 2013-2014 en 2019-2020 veroverde Mertens 2x de Coppa Italia met SCC Napoli, in 2014 won hij ook de Supercoppa Italiana. Met 122 doelpunten is Mertens all-time topscorer van SSC Napoli, waarmee hij de Argentijnse clublegende Diego Maradona (115 doelpunten) en de Slowaak Marek Hamsik (121 doelpunten) voorbij is. Er is veel belangstelling voor Mertens van andere clubs (Inter Milaan en Chelsea FC) maar Mertens volgde zijn gevoel en zijn status die hij al bereikt had met en bij SSC Napoli. In juni 2020 tekende Mertens een nieuw contract voor twee seizoenen met een optie voor nog één extra seizoen. Normaal krijgen spelers van 33 jaar geen nieuw contract van de excentrieke voorzitter van SSC Napoli Aurelio De Laurentiis, maar voor Mertens werd een uitzondering gemaakt. De voorzitter wil dat Mertens na zijn voetbal carrière behouden blijft voor de club in een andere functie. 

Mertens als International

Mertens kwam tot november 2019 voor België uit in 90 interlands waarin hij 18 keer scoorde. Met België was Mertens actief op het EK van 2016 en de WK's van 2014 en 2018. Zijn hoogtepunt met België is voor Mertens een derde plaats op het WK van 2018.

Memphis Depay

In 1994 werd Memphis Depay geboren in de stad Moordrecht (Nederland) als zoon van een Ghanese vader en een Nederlandse moeder Depay gebruikt op zijn voetbalshirts de naam ‘Memphis’ omdat hij geen goede band heeft met zijn vader die op vierjarige leeftijd afscheid nam van de jonge Depay en scheidde van zijn moeder. Als jeugdspeler begint Depay op negenjarige leeftijd bij VV Moordrecht. Vervolgens was er een overstap naar de jeugdopleiding van Sparta. 

PSV

Wanneer Depay twaalf jaar oud is kwam hij bij de jeugdopleiding van PSV. Bij PSV doorliep hij alle jeugdelftallen. Onder trainer Fred Rutten kwam Depay eerst als stagiair bij de selectie van het eerste elftal van PSV in het seizoen 2011-2012. Dit zelfde seizoen is er in het KNVB Beker toernooi zijn debuut in het eerste elftal uit tegen VVSB uit Noordwijkerhout en won PSV met 0-8, mede door twee doelpunten van Depay. Hij zit dan ook direct bij de selectie van het eerste elftal. Bij PSV treft Depay Fred Rutten, Dick Advocaat en Phillip Cocu als trainer. Met PSV behaalde hij in vier seizoenen een 3e, 2e, 4e en 1e plaats. Wanneer Dries Mertens bij PSV vertrok nam Depay steeds meer de vrij gekomen plaats op de linkerflank over.

Met PSV won Depay in het seizoen 2011-2012 de KNVB Beker, in 2012 de Johan Cruijff Schaal en in het seizoen 2014-2015 de landstitel. In 2015 werd Depay uitgeroepen tot Nederlands Talent van het Jaar. Met 22 doelpunten werd Depay in het seizoen 2014-2015 topscorer van de Eredivisie. De meest spectaculaire goal van Depay bij PSV is in de wedstrijd PSV-Feyenoord (4-3), tijdens het kampioensseizoen 2014-2015 waarin Depay in de 90e minuut de winnende goal scoort.

Manchester United 

Ingaande het seizoen 2015-2016 verruilde Depay PSV voor het Manchester United van dan trainer Louis van Gaal. Van Gaal had als Bondscoach al samengewerkt met Depay bij het Nederlands Elftal. Na interesse van Liverpool FC en al zelfs een akkoord tussen PSV en Paris Saint-Germain kwam er uiteindelijk een transfer naar Manchester United. Voor een bedrag van €27,5 miljoen, exclusief zo'n €4,5 miljoen aan mogelijke bonussen. Volgens de Engelse BBC €34 miljoen exclusief €9 miljoen aan mogelijke bonussen met voor PSV nog een doorverkoop-percentage. Op dat moment was de verkoop door PSV de duurste uitgaande transfer ooit in de Nederlandse Eredivisie. Met deze transfer oversteeg Depay de transfersom van Ruud van Nistelrooy, die eerder van PSV naar Manchester United vertrok. Depay werd de 10e Nederlandse speler ooit zijn die voor Manchester United zou uitkomen.

Technisch Manager Marcel Brands sprak zich uit op de website van PSV: “We zijn heel erg trots op deze aanstaande transfer, die in een grote stroomversnelling is gekomen. Memphis is een prachtige exponent van onze opleiding en gaat een mooie overgang maken naar een schitterende club in een grote competitie de Premier League. Sportief gezien verliezen we natuurlijk een fantastische speler die van grote waarde is voor het team, maar heel PSV gunt hem deze prachtige stap.”.

In zijn eerste seizoen bij Manchester United trof Depay 'zijn' club PSV nu als tegenstander in de Champions League. In Eindhoven kwam Manchester United met 0-1 voor in de 41e minuut door uitgerekend Memphis zelf. Via Hector Moreno (45e minuut) en Luciano Narsingh (57e minuut) won PSV uiteinelijk met 2-1 van Manchester United. Het eerste seizoen van Depay bij Manchester United verliep niet goed, er kwam steeds meer kritiek op het spel van Depay en ook op zijn levensstijl buiten het veld. 

Manchester United eindigde als 5e in de Premier League, maar won nog wel de FA Cup. Van Gaal werd na dit seizoen ontslagen. Depay kwam tot 29 optredens in de Premier League voor Manchester United in zijn eerste seizoen (veelal als invaller) en scoorde uiteindelijk maar twee doelpunten. Het tweede seizoen (2016-2017) werd José Mourinho de nieuwe trainer bij Manchester United. Waar Mourinho in het begin van het seizoen aangaf Depay graag te willen behouden kwam hij echter amper aan speeltijd toe. De vooruitzichten op speeltijd waren er amper en zo kwam er interesse van Everton FC, waar Ronald Koeman trainer was. Ook is er interesse van Tottenham Hotspur. Uit Frankrijk hoopte de koploper in de Franse competitie OGC Nice, zaken te doen betreffende een inkomende transfer van Depay. Maar zij kunnen niet aan de verlangde transfersom voldoen. Uiteindelijk is het dan Olympique Lyon die Depay vastlegt en Depay naar de Franse competitie haalt.

Olympique Lyon 

In januari 2017 is er dan een transfer naar Olympique Lyon voor Depay. De Franse club betaalde zo'n €16 miljoen voor Depay aan Manchester United met daarbij €9 miljoen aan eventuele bonussen en een terugkoopclausule. Bij Olympique Lyon trof Depay Bruno Genesio en Rudi Garcia als trainers en in de selectie van Olympique Lyon was de Nederlander Kenny Tete actief. Met Olympique Lyon was er voor Depay een 4e, 3e, 3e en een 7e plaats in de Franse Ligue 1. In drieënhalf seizoen in de Franse competitie scoorde Depay 43 keer. Onder trainer Garcia werd Depay aanvoerder van Olympique Lyon. In december 2019 scheurde hij zijn voorste kruisband in zijn linkerknie, tijdens een wedstrijd tegen Stade Rennes in de Franse competitie. Depay presteerde het om al in juli 2020 zijn rentree te maken en in augustus hierna de kwartfinale tegen Manchester City (3-1 winst) en de halve finale tegen Bayern München (3-0 verlies) van de Champions League te voetballen.

Memphis als International

Met het Nederlands elftal onder 17 werd Depay in 2011 Europees kampioen door in de finale Duitsland onder 17 met 5-2 te verslaan, waar in Depay ook 1x scoorde. Op het EK in 2013 in Israël onder 21 jaar bereikte Nederland de halve finale, Depay kwam dit toernooi tot drie invalbeurten.

In oktober 2013 debuteerde Depay onder Bondscoach Louis van Gaal in het Nederlands elftal, tijdens de WK Kwalificatiewedstrijd in en tegen Turkije met een 0-2 winst.

Tijdens het WK van 2014 behoorde Depay bij de selectie van het Nederlands elftal. In de tweede wedstrijd tegen Australië won Nederland met 3-2 door een assist én het winnende doelpunt van Depay. Met dit doelpunt was hij met zijn twintig jaar en vier maanden de jongste Nederlandse doelpuntenmaker ooit op een WK. Tegen Chili won Nederland tijdens dit toernooi met 2-0, waarij Depay de 2-0 scoorde. Uiteindelijk werd het Nederlands elftal derde op het WK van 2014. Depay werd hierna een vaste speler van het Nederlands elftal, helaas kwalificeerde Nederland zich niet voor het EK van 2016 en het WK van 2018. Met het Nederlands elftal onder Bondscoach Ronald Koeman bereikte Depay de finale van de UEFA Nations League, waarin van Portugal werd verloren. Onder Bondscoach Koeman ging Depay na eerder altijd linksbuiten te hebben gespeeld voortaan in de spits spelen. Na zijn zware blessure aan zijn knie werd gevreesd dat Depay het EK van 2020 moest missen. Echter, na een ongekende prestatie van snel revalideren raakt Depay sneller fit dan gedacht. Maar door de coronacrisis wordt het EK uiteindelijk met een jaar verplaatst naar 2021.

Eerder uitgebrachte verhalen in de rubriek '' Wat eens d'oude glorie zijn te vinden via https://www.supver-psv.nl/nl/nieuws/dossiers/oude-glorie.html.

 

Walter Kuijpers 

 

Laatst bijgewerkt : 21 okt 2020 - 13:24